Aanpassingsvermogen

Aanpassingsvermogen wil zeggen: efficiënt blijven werken onder wisselende omstandigheden door je steeds aan te passen aan de omgeving, taken, verantwoordelijkheden, en/of mensen.

Aanpassingsvermogen is een belangrijke soft skill op de werkvloer.

Wat betekent dat concreet?

Stel dat je bedrijf gereorganiseerd wordt. Dat kan voor jou betekenen: nieuwe taken, een andere werkplek, opeens moeten samenwerken met onbekende collega’s, allerlei kleine en grote klussen regelen. In zo’n situatie weet je toch je kalmte te bewaren en voel je je op je gemak. Je past je aan zonder meteen te beginnen met klagen en nee te roepen tegen alles wat er om je heen gebeurt. Je onderzoekt wat prioriteit heeft en met welke taak je dus het beste kunt beginnen. Als dat nodig is, pas je je planning daarop aan. Je bent adaptief en wilt in alles meewerken, zodat deze reorganisatie soepel verloopt.

Dat lijkt makkelijk, maar is het niet. Soms zul je moeten slikken als door zo’n ingreep een aantal van je eigen ideeën of doelen opeens voorgoed in de prullenbak verdwijnen. Ook je aanpassen aan de mening van je baas of medewerkers, vereist de nodige zelfbeheersing. En je blijft ook altijd wél je eigen belangen in de gaten houden, al is daar op dat moment even geen ruimte voor. Kijk maar naar de reactie van Yvonne.

Voorbeeld
Yvonne is office manager van een accountantskantoor. Ze geeft leiding aan twee secretaresses en een baliemedewerker. Omdat er steeds meer werk komt, is Yvonne ervan overtuigd dat een extra administratieve hulp nodig is. Ze heeft dit al een paar keer serieus aangekaart. Tot nu toe zonder effect. Tijdens de vergadering deze woensdagmiddag brengt ze opnieuw haar standpunt naar voren. Haar leidinggevende geeft haar als antwoord: “Op zich heb je wel gelijk, maar we willen eerst de groei afwachten van dit jaar en kijken of deze constant blijft. Volgend jaar gaan we pas denken aan extra personeel.” Yvonne voegt zich zonder morren naar dit besluit, maar laat ook weten dat het laatste woord er nog niet over gezegd is. “Goed, dan wachten we tot volgend jaar, maar ik trek wel aan de bel als blijkt dat het secretaresseteam het werk niet meer aan kan,” stelt ze rustig. Iedereen stemt daarmee in.

Aanpassingsvermogen als competentie

Een competentie is een in gedrag waarneembare combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten waarmee je in praktijksituaties je werk goed kunt doen. De competentie aanpassingsvermogen (of: adaptiviteit) staat op vrijwel elke lijst met algemene competenties.

Welke ondersteunende competenties komen hier bij kijken?

  • Inlevingsvermogen. Je toont respect voor andermans wensen en ideeën en je probeert hun situatie te begrijpen. In plaats van een vroeger-was-alles-beter-mentaliteit, sta je open voor vernieuwing.
  • Discipline. Je beschikt over zelfbeheersing en je voegt je naar de (redelijke) eisen die je bedrijf aan jou en je werkomgeving stelt.
  • Samenwerken. Je toont je bereid om met je team actief aan de slag te gaan zodra zich veranderingen voordoen.
  • Stress hanteren. Met de werkdruk die bijvoorbeeld een reorganisatie met zich meebrengt, kun je goed omgaan. Je behoudt het overzicht en werkt rustig verder aan je taken, ook al is het een chaos om je heen.
  • Flexibiliteit. Als de situatie vereist dat je bijvoorbeeld opeens een project moet verzorgen met een onervaren collega, dan maak je daar geen probleem van. Je verzet je niet heftig en probeert niet koste wat kost je zin door te drijven.
  • Snel schakelen. Je wisselt gemakkelijk van de ene naar de andere taak. Ook voel je je snel thuis in een nieuwe rol/werkplek/situatie.

  • Assertiviteit. Je formuleert je mening op een eerlijke en doortastende manier. Je zegt waar het op staat zonder daarbij mensen voor het hoofd te stoten.

Competentie aanpassingsvermogen ontwikkelen: niet of nauwelijks te leren

Aanpassingsvermogen is een eigenschap die niet of nauwelijks is te leren in een cursus of training (Bron: Lipoweb). Dat komt omdat het in onze menselijke aard ligt dat we willen dat dingen, elke keer dat ze gebeuren, op de dezelfde manier verlopen. Niet omdat we van nature rigide zijn, maar omdat het helpt de wereld en onze plaats daarin te begrijpen. In de psychologie wordt dit consistentie genoemd. Als er veranderingen om ons heen plaatsvinden, dan voelen we snel weerstand, omdat we een 'inconsistentie' ervaren. Dingen gaan niet meer zoals we verwachten. Als die veranderingen ons door anderen worden opgelegd (een reorganisatie, een nieuw computersysteem op het werk), kan dat gepaard gaan met een gevoel dat ons 'onterecht' een beperking wordt opgelegd. Juist dat gevoel van onrecht maakt dat we ons met hand en tand verzetten. We vertonen een volstrekt gebrek aan aanpassingsvermogen.

Dit is de reden dat het zo belangrijk is dat organisaties die voor een grote verandering staan draagvlak creëren voor die verandering. Op die manier voelen mensen zich betrokken bij een verandering en hebben ze minder het gevoel dat hun iets wordt opgedragen. De kunst is mensen op het juiste moment deelgenoot of gedeeltelijk 'eigenaar' te maken van een verandering. Ze zullen zich dan gemakkelijker aanpassen. Alleen voorlichting of informatie geven is in zo'n geval niet genoeg.

Bij welke beroepen heb je aanpassingsvermogen nodig?

Je hebt deze competentie onder meer nodig bij ondersteunende functies en beroepen waarin je vaak moet adviseren en/of samenwerken. Enkele voorbeelden:

Aanpassingsvermogen als kernkwaliteit

Volgens het model van de kernkwaliteiten en kernkwadranten kan aanpassingsvermogen net als elke kwaliteit doorslaan naar een valkuil. Je bent dan te adaptief en anderen zien dat als een slechte eigenschap. Jouw uitdaging is om dat te voorkomen. Als adaptiviteit een kernkwaliteit van je is, dan kun je daarbij ook allergieën hebben en je ergeren aan bepaald gedrag van anderen.

Wat is de valkuil van aanpassingsvermogen?

Jezelf goed kunnen aanpassen, wil niet zeggen dat je altijd maar inschikkelijk moet zijn en uit moet groeien tot een dwangmatige 'jaknikker'. Onderzoek toont aan dat de mensen die het meeste worden gerespecteerd geen compromissen sluiten als het om fundamentele waarden of persoonlijke karaktereigenschappen gaat. Ze stellen duidelijke grenzen. Ze kunnen echter - wanneer dat nodig is - meegaand zijn en zich inleven in anderen.

Ook hier geldt dus: de balans vinden tussen de belangen van je omgeving en je eigen belang. Als je creatief bent, over durf beschikt en ook nog eens graag nieuwe initiatieven neemt, is het soms lastig je aan te passen.

Je moet goed inschatten wanneer je moet blijven vasthouden aan je mening, nee moet zeggen tegen de baas of ongevraagd een bepaalde taak op je moet nemen. Bij elke nieuwe situatie weeg je af welke beslissing je het beste kunt nemen.

Wat zijn jouw uitdagingen of leerdoelen?

Belangrijke leerdoelen om te voorkomen dat aanpassingsvermogen doorslaat naar een valkuil zijn:

  • Assertiviteit: Je geeft kordaat en zelfverzekerd je persoonlijke grenzen aan.
  • Standvastig: je verdedigt je overtuigingen vastberaden en respectvol.
  • Doorzettingsvermogen: je houdt krachtig vast aan een bepaald idee of actie. Je stopt pas als je je doel hebt bereikt, tenzij dit redelijkerwijs niet haalbaar is.

Wat zijn je allergieën?

Als je zeer adaptief bent, dan kun je je ergeren aan iemand die:

  • Weerstand uitoefent tegen verandering en innovatie.
  • Niet open staat voor nieuwe ideeën en veranderingen.
  • Inflexibel en star is in zijn denken en geen alternatieve benaderingen wil overwegen.
  • Weinig initiatief toont om oplossingen te vinden om zich aan te passen aan een nieuwe situatie.
  • Niet open staat voor feedback.
  • Weinig veerkracht heeft en snel ontmoedigd raakt bij een tegenslag.
  • Niet nieuwsgierig is en weinig interesse toont voor het verkennen van nieuwe ideeën.
  • Micromanaget en elk aspect van je werk nauwlettend in de gaten houdt.

Hoe toon je aanpassingsvermogen aan bij een sollicitatie?

Je solliciteert op de functie van directiesecretaresse. ‘Aanpassingsvermogen’ is één van je persoonlijke vaardigheden, zo staat in de vacaturetekst. Je vraagt je af wat ze daarmee bedoelen. Binnen de organisatie vinden grote veranderingen plaats, wat voor de nodige hectiek zorgt. Er wordt van je verwacht dat je daarmee om kunt gaan.

In je huidige baan als directiesecretaresse bij een grote winkelorganisatie heb je reeds ervaren wat aanpassingsvermogen inhoudt. Toen het bedrijf werd overgenomen en er een nieuwe directeur kwam, veranderde de manier van werken op de afdeling. In je overtuiging dat je de rechterhand van de directeur bent, paste je je snel aan de nieuwe werkwijze aan om een zo prettig mogelijke samenwerking te bereiken.

Dit verwerk je in je sollicitatiebrief en je zorgt ervoor dat je tijdens het interview een aantal voorbeelden volgens de STAR-methode paraat hebt.

Andere voorbeelden

  • Projectleider: Ik heb vijf jaar als projectleider in Australië gewerkt. In deze periode heb ik geleerd niet vast te houden aan mijn eigen normen en waarden, open te staan voor andere culturen en verschillen tussen culturen te accepteren. Zo was ik vanuit mijn werkachtergrond in Nederland gewend op een vriendelijke, maar zakelijke manier leiding te geven. Als iets niet goed verliep, kon ik soms behoorlijk op mijn strepen staan. Met deze houding bereikte ik in Australië een averechts effect. Daar zijn de medewerkers gewend dat hun manager geduldig en vriendelijk is en veel tijd neemt om zaken uit te leggen. Doordat ik goed werd begeleid door een ervaren leidinggevende die mij bijstuurde als het nodig was, merkte ik dat de samenwerking met de teamleden steeds beter verliep.

  • Verpleegkundige in de thuiszorg: Als verzorgende in de thuiszorg heb ik steeds met andere gezinnen en zorgvragers te maken, die ieder op een andere manier zorg nodig hebben. Ik moet me dus steeds snel kunnen aanpassen aan nieuwe mensen, zorg- en gezinssituaties.

Voorbeelden van competentiegerichte vragen over aanpassingsvermogen tijdens het sollicitatiegesprek:

  • In een van je vorige banen heb je vast wel te maken gehad met wijzigingen in het beleid. Hoe ben je daarmee omgegaan?
  • De organisaties waar je hebt gewerkt kenden vast cultuurverschillen. Heb je naar aanleiding daarvan je opstelling veranderd? Hoe?

Aanbevolen websites

Auteur: Vera van Dijk, met bijdragen van René Pijlman

Je bent hier: Home Functioneren Professionele eigenschappen Aanpassingsvermogen